bij het scheepvaartmuseum

bij het scheepvaartmuseum
Als schipper van het V.O.C. schip de Amsterdam

donderdag 24 november 2016

Scheepsbedrijf Noordlijn/Equator 1978 – 1988


Een verhaal in vier delen, waarvan in het laatste deel foto's en een video (van Super 8), beelden uit een bewogen en vervlogen tijd.
Materiaal uit de archieven van Ron Ekkerman, Bootsman ter Koopvaardij b.d., samengevoegd met die van F.L. Woodleg, Kapitein ter Koopvaardij b.d.

Deel 1 van 4


Het briefhoofd had al geen uitstraling, maar ja... had de directeur van het eerste uur dat wel?
 
 
Scheepsbedrijf Noordlijn/Equator uit Emmen-Drenthe. In de laatste jaren van het bestaan vinden we het terug met een kantoor in Rotterdam bij de Waalhaven. Het was een onderdeel van de redersfamilie Schöning uit het Duitse Haren (Ems), die terug gaat tot 1872. Deze familie had begin jaren tachtig een vloot van rond de vijftig schepen. In 2010 was dit nog een vloot van tien schepen.
In de topjaren zo’n 300 werknemers die direct of indirect hun brood verdienden bij het consortium dat bestond uit:

Rhein-See-Schiffart   gevestigd te Duisburg.

Uniconnection Shipping   in Colchester.

Bevrachtingskantoren   in Rotterdam en Madrid.

Intersee Marine,  deze heeft tussen 1970 - 1991 tweeëntwintig nieuwe schepen laten bouwen, de eerste was de Alandsee.
Tevens hadden zij diverse Duitse kapiteins-eigenaren aan kantoor die hun schip in bevrachting hadden bij Schöning.
Het Scheepsbedrijf Noordlijn/Equator heeft elf vrachtschepen gehad en één gastanker, de Tasmanzee, deze werd in 1983 besteld en gebouwd bij Amels te Makkum. Wat voor deze werf een huzarenstukje had moeten worden, werd uiteindelijk een molensteen. De werf had ernstige fouten gemaakt bij de stabiliteitsberekeningen.

Noordlijn/Equator was opgezet door de familie Schöning met een Nederlander als directeur die kantoor hield in Nederland, anders ging de subsidie die de overheid aan de Nederlandse reders gaf niet door.
Op deze schepen moest wel de Nederlandse vlag wapperen op het achterschip. Op papier een goede charter om een financiering van de scheepshypotheekbank los te krijgen. Als particulier kon men investeren in deze scheeps-cv.
Nederland had in die tijd meerdere van dit soort scheepsbedrijven, lees beleggings-/beheerbedrijven, waarvan de naamgever vaak een rederij uit het buitenland was, bijv. Denemarken, Zweden, Noorwegen, Finland, later ook Ierland. Eigenlijk waren wij Hollanders de goedkope arbeidskrachten aan boord. De investeerder werd een vette winst beloofd.

Later zal in de epiloog een verwijzing staan over hoe investeren in zeeschepen er precies aan toegaat.

Volgende week in het vervolg de Noordlijn/Equator schepen.

 

Recht zo die gaat!
F.L..Woodleg
 
 
 


vrijdag 11 november 2016

Een avontuurlijk aanbod in drie delen


Deel 3 van 3
 


 


Achteraf bleek het gevaar dat we werden ontdekt niet zo groot. De desbetreffende douanechef van een stuk kuststrook waar gelost werd was omgekocht en dus was er geen surveillance. Werden we door een kustwachtvaartuig aangehouden, dan werd er door een van de Ali Babas een mapje met dollars overhandigd aan de bemanning van dat vaartuig. Met een arrivederci of ciao konden we de reis vervolgen. (De waarde per reis was telkens ongeveer fl. 300.000,--)
Een keer konden we niet lossen in buurt van Napels aan de Tyrreense Zee i.v.m. het slechte weer. Men stuurde ons naar Porto Empedocle aan de zuidkust van Sicilië, hier ging de lading gewoon bij daglicht op vrachtauto’s, maffia? 
Het meest gevaarlijke was het lossen op de noordpunt van Sardinië, dan moest er ook gelijk gelost worden op Zuid-Corsica, maar deze douanechef was niet omkoopbaar, maar ja, dit is dan ook een Frans eiland.
Twee keer hoefden we niet te vertrekken daar de weersvooruitzichten in de Adriatische zee te slecht waren door de Bora wind. John zorgde er netjes voor dat de maandbrief (betalingen) naar onze bank op Kreta werden gedaan.
Frits ging begin december van boord, hij had de aanbetaling voor zijn huis op zak. Nu gingen we weer met ons drieën de wal op, iedere avond de Sjors en Sjimmie lezen ging ook vervelen. Frits zijn aflosser Oscar hield niet van het nachtleven.
Onze lading Amerikaanse sigaretten van de American Tobacco Company werd per vliegtuig aangevoerd vanuit de USA.
In een loods op het haventerrein deed men zes dozen bij elkaar in een sling, er gingen tien slingen per snelle motorboot mee naar de vaste wal. Als we dicht genoeg onder de wal konden komen was het vaak in een nacht gelost. De pakjes of sloffen sigaretten kon men later kopen bij verkeerslichten of op drukke punten in de steden, maar natuurlijk ook in cafés onder de bar door.
Het was voor ons haast moeilijk om eind februari weer gewoon burger te worden. We hadden dollartekens in onze ogen gekregen. We reisden af om nog voor drie weken naar Lentas op Kreta te gaan voor we naar De Druif gingen. We waren niet overwerkt en hadden meer een Oom Dagobert Duck gevoel.
Als zoiets zich nog eens zou aandienen zouden we het zeker weer doen. Pa en Ma Goldappel waren in hun nopjes om ons weer te zien. Ma gaf mij wel op m’n kop dat ik haar dochter mee had genomen op een dergelijk duister jacht.
Pa zei met een lach: ‘Ik had je moeten wegsturen toen je voor de eerste keer kwam vragen om met haar naar de bioscoop te mogen. Voor straf moest ik elke dag vers brood halen en deed dit op Ma haar scooter. Voor ons moest het er ook zijn.
Toen we met ons drieën waren vroeg Janna: ‘Had hij bij jou toen ook al een broek met bioscoopzakken Hilary?’
 
De overpeinzing op z’n Woodlegs (november 2016)
 
Als ik het Albanië onder Enver Hoxha (1908 -1985) van toen vergelijk met het Cuba onder Fidel Castro (1926 - 2016) uit dezelfde tijd, dan was het nachtclubleven in Havana beter betaalbaar. Neem ik daar het Roemenië bij, dat werd geregeerd door de Ceauşescu's (1918 - 1989), daar was het nachtleven verboden. Bij de havenpoorten en op straat was er een levendige zwarte markthandel. Winkels leeg, veel dingen op de bon.
Maar in alle drie de genoemde landen waren de blikjes Cola een goed ruilobject, evenals margarine.
Hoe zat het ook alweer met de ideologie van het communisme? Sociale, politieke en economische gelijkheid met broederschap. Door de dictators vertaald als 'Ik een beetje meer dan mijn volk'.
Ze hebben in elk geval niet voor vooruitgang gezorgd.
 
 
 
 
De winter laat zich langzaam maar zeker voelen, tijd voor de warme chocolademelk met een dik vel.
‘Waar blijven de pepernoten papa?’ hoorde ik Manneke net zeggen.
‘We zullen geduld moeten hebben kleine lummel.’
 
Het volgende bericht: Scheepsbedrijf Noordlijn/Equator 1978 – 1988 te Emmen, Drenthe.
 
 
Recht zo die gaat!
F.L..Woodleg
 
 
 

donderdag 3 november 2016

Een avontuurlijk aanbod in drie delen


Deel 2 van 3



BLOODY MARY
Klik HIER voor Bloody Mary in 't kort.
 
 
'Je wilt het dus gaan doen begrijp ik,' zei Janna nadat John de zakenman vertrokken was.
'Ja, anders doet iemand anders het en gaat er dan met zo'n prachtig aanbod vandoor.'
'Dan zal ik morgen naar Zandvoort moeten om dit met Rob en Pia te bespreken, ik zal ze vragen of Corry jouw plaats mag innemen. Zij zal wel gebruik mogen maken van mijn oude kamer.'
'Het zal niet zonder gevaar zijn het varen met contrabande, maar zolang het geen drugs zijn heb ik er niet echt moeite mee,' was mijn antwoord, 'wordt het schip gesnapt dan weet John van niets, hij staat natuurlijk met een snelle bolide aan de wal bij iedere operatie. Wat dacht je ervan als ik jou en Hilary de basisnavigatie bijbreng met de wet van uitkijk, hetzelfde wat Wilde Bill (klik) mij ooit heeft bijgebracht om als stuurman op de Blue Marleen te mogen varen. Jullie hebben vaak genoeg een positie in de zeekaart gezet als jullie een reisje meegingen om de door jullie genomen zichtpeilingen in de kaart te zetten. Hij geeft de Gauloise een zeebrief als jacht, geen diploma- of bemanningseisen op de wetgeving. Dan hoeven we alleen nog een machinist te hebben, wat dacht je van Frits of van Bert uit Schagen?' merkte ik op.
Janna gaf als antwoord: 'Als jij Frits benadert, Hilary krijgen we toch niet per telefoon te pakken daar op Celebes. We zouden het kunnen proberen om via Artsen Zonder Grenzen een telex naar haar verstuurd te krijgen. Ik ga daar morgen wel achteraan als ik in Zandvoort ben geweest. Ik ga proberen om tot april volgend jaar onbetaald verlof te nemen, maar zal pas half september mijn koffers mogen pakken. Zal zelf maar op zoek gaan in onze kennissenkring naar iemand die mijn plaats tijdelijk voor deze periode in wil nemen, dan reis ik na en zie jullie weer in Albanië. Laten we er vanuit gaan dat Hilary ook wel voor een dergelijk avontuur te porren zal zijn. Ik voel al een scheut adrenaline door mijn lijf, door dit gesprek verlang ik al naar dat avontuur. Wilde al een tijdje tijdelijk achter de bar vandaan. Morgenochtend kom ik gelijk met jou uit de kooi om na het ontbijt naar Zandvoort te gaan, hoe klinkt dit Kapitein?'
'Laat je kussen het maar niet horen,' zei ik, 'kom laten we de zaak maar gaan sluiten het is bijna één uur, doe jij de kassa Janna, dan maak ik voor ons een Bloody Mary zonder de stengel bleekselderij als slaapmutsje.'
'Je kunt merken dat de vaste klanten op de camping in Castricum zijn. Na tienen is het momenteel erg stil aan de bar.' zei Janna.
'In de ochtend is het ook minder druk aan de koffietafel,' was mijn antwoord.
 
Frits kon onbetaald verlof krijgen tot december en ging gelijk met Hilary en mij aan boord. De twee Ali Babas met de Maltezer nationaliteit waren al eerder door John aan boord gebracht. Brenda (de zus van Hilary) en Frits wilden een huis kopen, dus de dollars kwamen wel van pas. Zijn plaats werd later aan boord ingenomen door een oude schoolvriend van hem. Ik had zeekaarten en een schoolboek gekocht bij de Nautische winkel L.J. Harri in de Schreierstoren op de kop van de Geldersekade. Hieruit kregen de meiden privéles in de zeevaartkunde met de wet van uitkijk (Bepalingen ter Voorkoming van Aanvaringen op zee). Na de proefvaart op de Schelde, die goed verlopen was, gingen we bunkeren en provianderen in de Buitenhaven van Vlissingen. Op de kade had zakenman John nog wat whisky en bier op pallets staan als lading voor Albanië (later zou ik vernemen dat dit voor de nachtclubs was in Vlorë). Hilary begon aan haar eerste 1278 mijl als stuurman. Janna, Rob en Pia zwaaiden ons uit met een piratenvlag en ik kreeg het onderstaande houten beeldje van Rob en Pia. We gaven hem de naam Captain Morgan.
Op de moeilijke stukken met druk vaarwater was ik op de brug, evenals tijdens het geblindeerd varen en bij het lossen, wat vaak in een baai werd gedaan. John had drie goede wachtstoelen op de brug laten monteren. Het koken deden we om beurten erbij op zee.
We kregen tot Gibraltar een monteur van de werf mee, deze laatste ging in Gibraltar weer van boord. Het werd op prijs gesteld door John dat we aan hem niet verteld hadden over zijn plannen met het schip. Janna meldde zich half september in Vlorë voor onze eerste smokkelreis.
 
 
CAPTAIN MORGAN
 
 
John was in Gibraltar, zes dagen later had hij de Gauloise definitief als zeewaardig jacht geregistreerd (zeebrief) onder de vlag van Malta met als thuishaven Valletta. Wij gebruikten de dagen maar om iets van Gibraltar te zien. John had nog wat gasolie besteld en toen dit gedaan was konden we onze de reis vervolgen naar Valletta (990 mijl), daar werden blikken verf plus de zes snelle motorboten aan boord genomen. De KNRM zou er toen al jaloers op zijn geweest, hun snelheid was 18 mijl p/u. Toen door naar Vlorë, ruim 360 mijl.
Hier werd het schip totaal in de donkerbruine verf gezet terwijl wij drie dagen in een hotel verbleven. Toen we aan kwamen rijden had ik de grootste moeite om haar naam te lezen, haar naam Gauloise stond er nu in donkergeel op.
Met Janna aan boord ging onze eerste smokkelreis richting Ancona aan de Adriatische kust. Ik had het gevoel dat mijn bloeddruk tijdens deze reis iets verhoogd was, de meiden moesten wat vaker een plas doen. Frits liep een extra rondje om de hoofdmotor.
Eenmaal hadden we een uitstapje naar de kust van Libanon (1380 mijl), tijdens deze reis stonden er ook enkele pallets met whisky en wodka in het ruim. De gehele crew van John werd op deze reis onder Cyprus op volle zee aan boord gezet.
Voor deze missie was er ook een kok aan boord. Toen de klus geklaard was mochten we weer een tussenstop maken onder Cyprus. Met een 'Goodbye, till next time' vertrokken zij. We konden niet anders zeggen, John leidde een goed georganiseerde handelsmissie. Het onderhoud aan de snelle aluminium motorboten werd in Albanië gedaan, vaak was er schade aan het vlak.
 
Wordt vervolgd...

Recht zo die gaat!
F.L..Woodleg