bij het scheepvaartmuseum

bij het scheepvaartmuseum
Als schipper van het V.O.C. schip de Amsterdam

donderdag 23 april 2015

Het motorbaasje


Nu de anekdote over mij als aflosstuurman op de Vedette van Beck’s Scheepvaartkantoor.


Eigen foto uit die tijd


De Vedette van 1967: Laadvermogen 750 ton, Bronsmotor 350 pk, snelheid 8 knopen.
Regelmatige dienst: Vasteland Europa – Engeland, veel kleine havens waar je je thuis voelde in de local pub.
De bemanning bestond uit: Kapitein, stuurman, machinist, drie matrozen en een kok.
De kapitein was een rustige man van rond de 40 jaar, hij reed motor welke hij aan boord had staan. Als het maar even kon ging hij hiermee naar zijn Bep in Oosterhout. In Engeland gaf mij dit iets meer vrijheid, dus mijn auto aan boord genomen zodat ik me gemakkelijker kon verplaatsen.
Deze Vedette blijft in mijn geheugen staan door het motorbaasje die de vaste machinist kwam aflossen.
Op zekere dag kwam de kapitein de messroom binnen: ‘Meester, je mag een paar weken met verlof en wij krijgen er die lul van een motorbaasje voor terug (motorbaasje was al eerder aflosser op de Vedette geweest). Het is ook de enige keer geweest dat ik deze kapitein een ruw woord heb horen zeggen over een bemanningslid.
Een dag later stond het motorbaasje op de kade in Antwerpen. De meester en ik stonden aan dek en namen zijn bagage aan. De jongeman stelde zich voor als de nieuwe hoofdmachinist lerend voor VD*. ‘Dat zal met deze stuurman en matrozen geen probleem zijn, zij weten wel waar en bij wie je moet zijn voor VD*’ zei de meester. Ons nieuwe motorbaasje keek hem wat vragend aan, maar ging mee naar de messroom voor koffie. Binnen een half uur wisten wij hoe goed hij was en dat hij de schipper van de reddingboot kon vertellen hoe hij een schip moest vlot trekken van de banken bij Hindeloopen. Zijn kennis van de machinekamer van de reddingboot kon men niet evenaren, er lagen op kantoor bij de K.N.R.M. in IJmuiden al diverse rapporten van hoe het moest. ‘Er zal weer een hoop werk voor mij te doen zijn als ik na deze periode weer op station Hindeloopen kom. Maar eerst ga ik jullie het Antwerpen laten zien van de zeeman bij nacht, het eerste biertje is van mij', zei motorbaasje (de gehele bemanning ging altijd naar de bioscoop, wij waren wereldvreemd in de zeemanskwartieren). 
De meester ging maar een dag later naar huis, want hij wilde het aangeboden biertje niet missen en het nachtleven leren kennen onder begeleiding kon hij wel verantwoorden tegenover zijn verloofde.
In het oude Schipperskwartier was er een regel, vanaf het centrale plein waar alle straten begonnen, bevonden zich aan de rechterkant de gelegenheden zoals bars en de verlichte ramen met vrouwen.
Aan de linker zijde vond men de gelegenheden waar men ‘vrouwen’ aantrof met een handvat van voren en er zaten mooie stukken tussen. Zo ook in de animeerbar waar ons motorbaasje ons op een biertje trakteerde. Hij kreeg een compliment van ons omdat hij ons door  zijn kennis en ervaring mee liet genieten van een gelegenheid met zulk mooi vrouwelijk schoon en waar het bier zo goed getapt werd.
Na ons tweede biertje vroeg de Lady boy die achter de tap stond of de madammekes aan de bar mee mochten drinken, zij dronken graag een piccolo (5x de prijs van een biertje). ‘Doe de glazen vol!’ zei ons motorbaasje. ‘Ho ho vriend,’ zeiden wij in koor, ‘er is hier geen gezamenlijke rekening!’ ‘Geen punt! Ik wil zo nog even achter het gordijn met zo’n stoot, zet de fles alvast maar in de koeler.’ Even later ging hij achter het gordijn op de bank van de Dennis Bar met zijn Bunny en wij namen nog maar een fluitje en wachtten tot het gordijn weer werd geopend. Na terugkomst aan de bar vroeg ik hem of hij nu gemakkelijk over drempels kon stappen, dit beaamde hij. De volgende morgen onder de koffie wilden wij wel eens weten hoe het achter het gordijn was geweest met een man in dameskleding. Hij begon een ietwat te kleuren en haperde: ‘Het maakt toch niet uit hoe en door wie je het hoogtepunt bereikt?’ ‘Ja knul, daar zul je gedeeltelijk gelijk in hebben want als de druk hoog is, is er altijd wel een helpende hand. Maar als wij ter kooi gaan zullen wij onze hutdeuren op slot doen zolang jij bij ons aan boord verblijft.’
Het is later toch goed gekomen met het enige en beruchte motorbaasje.
Enkele jaren later, toen ik al kapitein was, kwam hij als aflosser aan boord. Dit deed de 1e stuurman zeggen: ‘Die lul van een…’ Toen hij als kapitein bij Beck voer op de Proton van 1964, had hij de kennis en ervaring van het motorbaasje mogen ervaren.
Laatst las en zag ik ergens dat het enige en beruchte motorbaasje (Jantje) getrouwd is en een klein kind op schoot had. Maar ja, Antwerpen met zijn Schipperskwartier en de Vedette zullen wel altijd als een zwarte bladzijde in zijn leven blijven.

VD* 1 hij leerde voor het Voorlopig Diploma van scheepswerktuigkundige.
VD* 2 slaat op Venereal Diseases; Engels voor geslachtsziekten.


De Victress, ook uit mijn fotoalbum


Op de Victress. Bouwjaar 1963, 650 laadtonnen met een bemanning van 7 personen. Hierop maar enkele weken afgelost. Havens Antwerpen - Ipswich – King’s Lynn – Antwerpen – Middlesbrough en hier even een biertje in the Captain Cook, hierna uiteraard naar nachtclub The Bongo voor de Vodka and Lime en je werd wakker met pijn in hoofd. In Rotterdam van boord want ik moest naar de Comtesse.


Comtesse



Comtesse, 1000 ton laadvermogen, tussendekken, 750 pk Bronsmotor, snelheid 11 knopen, bemanning 9 personen. Een echt stukgoed schip.
De Comtesse lag in Duinkerken op mij te wachten, mijn collega was spontaan naar huis gegaan.
In een charter bij Van Uden, een lijndienst: Franse havens - Marokko.
Hier maakte ik kennis met een ander type kustvaart kapitein.
Laat ik hiermee beginnen, hij verstond zijn vak.
Een kapitein die je met U moest aanspreken, kortom men moest respect tonen want hij was de zoon van een Friese ondernemer (pa verkocht het ochtendblad op C.S. Leeuwarden).
Het was voor twee rondreizen en bij het van boord gaan zei ik hem: 'Als ik ooit op C.S. Leeuwarden kom, koop ik daar een ochtendblad', hij gaf mij geen hand.
Hierna als aflosser naar het zusterschip Arrow, deze voer in lijndienst Portugal – Bristol met Portwijn en stukgoed.
De kapitein van de Arrow hield van de verdeel en heers mentaliteit op zijn schip. Ik was niet helemaal zijn stuurman, in de Golf van Biskaje heb ik de soeppan waarin hij zijn onderbroeken stond te koken met inhoud en al te water gelaten. 
Bij afmonstering had hij een bedrag van Hfl. 75, =  in rekening gebracht op mijn eindafrekening, welke ik uiteraard weigerde te tekenen voor akkoord. Bij thuiskomst wilde het hoofd personeelszaken, de heer Volmer wel precies weten waarom er een weigering was. Eerder kon er geen gage-afrekening worden opgemaakt. 
Na mijn verhaal aangehoord te hebben zei hij: ‘Ik mag hier niet alleen over beslissen.’ Enige dagen later telefoon van Beck Scheepvaart hoofd technische dienst: Men vond wel dat de kapitein juist had gehandeld, maar ik had de kapitein hierop moeten aanspreken op deze wijze: ‘Een pan behoort te worden gebruikt waarvoor hij is gemaakt.’ Hij zou de kapitein verwittigen om een aantal wasemmers te bestellen zodat de rederij niet weer op onnodige kosten zou worden gejaagd en er was ook een nieuwe pan besteld voor de kok. Hij zou mij graag over enkele maanden aan boord zien van het schip dat nu in de afbouwfase lag. De kapitein Jan de Boef had graag gezien dat ik daar als stuurman aan boord kwam.


Tycha


Nog even naar de Tycha voor zes weken, deze voer in lijndienst Portugal – London, wijn en stukgoed. Deze kapitein zag ik alleen als het schip voer en bij aan- en afmeren. Er hing altijd een geur van whisky om hem heen. Een half uur na aankomst ging hij van boord met de woorden: ‘Lading problemen zijn er om op te lossen stuurman.’ Een half uur voor vertrek stapte hij weer aan boord: ‘Alles zeevast en is het schip zeeklaar stuurman? Waarschuw dan de machinekamer, over een half uur voor en achter*’ De man heeft zijn pensioengerechtigde leeftijd niet gehaald.

*Voor en achter - een uitdrukking om de bemanning te waarschuwen: we gaan aan- of afmeren, ga naar de trossen.



Vanessa

Vanessa nog een keer


Vanessa was het tweede schip van Beck in de 75 meter grens, zij had een laadvermogen van ruim 3000 ton, een motor van 1500 pk welke haar een snelheid gaf van 10 knopen. Een bemanning van 10. Ziet u het verschil in bemanning en tonnen? Vedette 7 man 750 ton, de Vanessa 10 man 3000 ton. Dit schip was zeer geschikt voor bulk en lange lading, dit laatst gingen we ook gelijk doen na de proefvaart. Een time charter voor twee maanden, stalen pijpen voor oliewinning laden in Delfzijl en lossen in Immingham aan de Humber. In ballast terug. Twee maanden lang geen café- of pubbezoek maar laden en lossen en gelijk weer naar zee. Hierna twee maanden een dienst met staal van Antwerpen naar Bilbao, in ballast naar Bayonne, mais voor Antwerpen en weer terug naar Bilbao, dit waren havens voor de sociale contacten.
Maar als zo vaak bij mij, na verloop van tijd wilde ik een ander vaargebied. De medisch adviseur van de Scheepvaartinspectie vond het goed als het maar geen tankers of slepers waren. Dit moest ik 30 jaar lang aanhoren bij mijn jaarlijkse medische keuring. Hij kon het altijd opvragen bij de Waterschout* op welk schip ik voer.
Er stond weer iets op mijn spaarbankboekje, dus maar even drie maanden terug naar de zeevaartschool voor het Aanvullingsdiploma en het Radarnavigator diploma. De Scheepvaartinspectie gaf mij het Bewijs van diensttijd om als kapitein te mogen varen onder Nederlandse vlag.


De Vedette anno 2012 in West-Indië en nog steeds in de vaart.
Mijn blauwe rand op het dak van het stuurhuis heeft ze nog steeds!


* Waterschout is de ambtenaar van Aanmonstering, deze controleert je arbeidsovereenkomst, of je de juiste diploma’s voor het betreffende schip hebt plus je medische gegevens. In mijn vaartijd zat er een schout in Amsterdam (gebouw de Droogbak), in Rotterdam zat hij in een gebouw aan de Boompjes.


Recht zo die gaat!
F.L.Woodleg